Dit artikel van stafmedewerker Tim Schilling staat in het nieuwe nummer (juni 2020) van ‘De Roerom.’
Mijn werkgever, het Centrum voor Parochiespiritualiteit (CPS), zet zich in voor parochievernieuwing. Dus kwam het als een grote teleurstelling toen de conferentie ‘Missionaire parochie’, gepland voor 24-25 maart  vanwege de coronasituatie uitgesteld moest worden. Zonde! Meer dan duizend mensen hadden zich opgegeven voor de ontmoeting met de Canadese priester James Mallon (schrijver van Als God renoveert). In het pastorale veld was er duidelijk honger naar vernieuwing en hadden we momentum. Een pijnlijke onderbreking.

Maar ook een zegen

Nu, een paar maanden verder, heb ik het idee dat het uitstel toch wel een zegen is. Want in deze tussenperiode merk ik dat vele parochies noodgedwongen tot nieuwe inzichten komen en nieuwe mogelijkheden ontdekken. En misschien, als het zover is, wordt de conferentie met nog meer belangstelling ervaren.beeld Maria klooster Brakkenstein

Zegen zie ik in eerste instantie in verband met de digitale aanwezigheid  van de parochies. Vanuit het CPS hebben we al lang gepleit voor online-dienstbaarheid van de Kerk. Je moet mensen opzoeken waar ze te vinden zij  en dat is op het internet en langs de kanalen van de sociale media. Maar helaas was tot kort geleden de online-aanwezigheid van de gemiddelde parochie beperkt tot een statische website, met alleen mis-tijden en contactinformatie. Dankzij de coronacrisis  ondervinden steeds meer parochies dat ze een livestream kunnen uitzenden. Ook wíj kunnen Zoom gebruiken voor onze vergaderingen. En ook wíj kunnen contact onderhouden en onze boodschap verspreiden via sociale media.

Ook online contacten mogen blijven

Natuurlijk zijn deze virtuele contacten geen vervanging voor het daadwerkelijk ontmoeten van mensen in de kerk of parochiezaal. Maar deze middelen versterken en vullen het bestaande pastorale aanbod aan en zijn van blijvende waarde. Onlangs hoorde ik van een lid van de pastoraatsgroep van de Titus Brandsmaparochie in Wageningen: “Ineens konden mensen wél naar de vergadering komen.” Want Zoom liet deelname combineren met het thuisblijven voor de kinderen. Degene met wie ik sprak vertelde ook over een nieuw initiatief van  pastoor Henri ten Have. Voor de kindercatechese had hij een filmpje gemaakt, op twee locaties, en die op de website gezet: www.ztitusbrandsmaparochie.nl Daarin legde hij een link tussen het bevrijdingsbrood van de hongerwinter en de Eucharistie. Boeiend!

In mijn eigen parochie, de Gerardus Majellakerk in Utrecht worden er regelmatig lezingen gehouden. Waarom zouden we die niet structureel opnemen en online beschikbaar stellen? Zodat er meer mensen van kunnen profiteren – vooral juist diegenen die nog niet over de drempel van de echte kerk durven te stappen.

Open kerken

Wat dat laatste betreft: voor mij is de tweede positieve, pastorale ontwikkeling in coronatijd de openstelling van kerken voor bezoek en gebed. Zo is mijn eigen parochiekerk, de Gerardus Majella  nu dagelijks  open voor publiek; de hele  kerk en niet alleen de Mariakapel. Ik loop er elke dag even binnen en merk dat ik de kerk anders ervaar nu ik er vrij kan rondlopen; je kunt de ramen en kunst van dichtbij bekijken. Meditatief stilstaan voor zulke beelden doet iets met je gebed. Het brengt je dichterbij de lijdende Christus, of Maria, of de Jozef. Je treedt dieper binnen de afgebeelde momenten uit de heilsgeschiedenis.

Deze ervaring met de open kerk doet me ook denken aan mijn eigen zoektocht als jonge atheïst. Open kerken in mijn thuisstad in Amerika waren van ontzettend groot belang. Tijdens wandelingen stapte ik geregeld binnen om even te zitten. Hierdoor heb ik de essentie van gebed ontdekt: in stilte jezelf openstellen voor God. Laten we dus proberen onze kerken vaker open te houden, ook na de pandemie. Schakel vrijwilligers in waar nodig, bijvoorbeeld voor beveiliging, maar laat de kerkdeuren niet gesloten, wanneer mensen ons opzoeken.

Kerk als veldhospitaal

Tenslotte, de derde reden waarom de coronasituatie ook een zegen is voor onze parochies: het herinnert ons er aan dat ook lijden hoort bij onze identiteit en zending als Kerk. Dit kunnen we gemakkelijk vergeten in onze samenleving, die zoveel nadruk legt op aanzien, gezondheid, succes en winst. We lopen het risico dat ook onze pogingen tot parochievernieuwing alleen langs de lat van kerkbezoek en inkomsten gemeten worden.

Maar paus Franciscus reikt een contrasterend beeld aan, zeer actueel in deze tijd: de kerk als veldhospitaal. Wij moeten allen die lijden – door angst, pijn en verdriet – opvangen. Om hulp en hoop te bieden, en om te verwijzen naar de vrede en vreugde die alleen te vinden zijn in de verbondenheid met God en met elkaar.

Tijdens mijn bezoeken aan de parochiekerk heb ik vaak de kruiswegstaties gebeden, en daarna voor de Piëta gestaan. Wat een genade, dat onze traditie zich niet schaamt voor zulke beelden. Want hierdoor weten we weer dat God met ons meeleeft in ons leed en verlies. Ja, Christus overwon de zonde en de dood maar dat betekent niet dat wij de hemel al bereikt hebben. We hebben nog een weg te gaan. God redt mensen uit hun ellende. Ons voorrecht is dat we daaraan mee mogen werken.