In de liturgisch sterke tijden – waaronder de Veertigdagentijd – bieden meer parochies dan anders een kinderwoorddienst aan tijdens de Dienst van het Woord van de Eucharistieviering. Doel is om zo de kinderen te helpen het Woord van God (de heilige Schrift) op hun niveau te “begrijpen”. In zijn Woord wil de hemelse Vader immers met ons spreken. Maar hoe bereid je een kinderwoorddienst voor en wat kan ter plekke een goede opbouw zijn van de kinderwoorddienst? Stafmedewerkster Mirjam Spruit zet het hieronder voor je op een rij. De nadruk ligt in deze bijdrage op hoe je als begeleider de kinderwoorddienst kunt voorbereiden.

Hoe bereid ik de kinderwoorddienst voor?
1. Begin met gebed
Gebed voor de kinderen en gebed voor jezelf, dat de heilige Geest je mag helpen bij de voorbereiding.
2. Lees het Evangelie van de betreffende zondag in de volwassen Bijbel (en eventueel ook de eerste lezing, want deze lezing zegt altijd al iets van het Evangelie). Wees je ervan bewust dat je het Woord van God leest. Wat spreekt je aan? Wat valt je op? Noteer voor jezelf enkele gedachten en/of vragen.
3. Je kunt daarna ter ondersteuning enkele websites raadplegen, bijvoorbeeld: www.kinderwoorddienst.nl
www.samueladvies.nl
www.bijbelin1000seconden.be
www.freebibleimages.org
4. Formuleer vervolgens in één zin de kernboodschap die je wilt doorgeven aan de kinderen: wat wil Jezus ons met dit Evangelie vertellen? Deze kernboodschap: 1) Verwijst naar Jezus; 2) Is concreet voor de kinderen; 3) Nodigt uit tot geloof.
5. Bedenk hoe je gaat beginnen (intro): bijv. een inleidend gesprek met de kinderen, een vraag, een inleidende zin, een voorwerp of afbeelding die je meeneemt. Doel hiervan is om een brug te slaan tussen de belevingswereld van de kinderen en het Evangelie.
6. Zoek een manier om het Evangelie te verwerken. Bijv. een tekening, knutselwerkje, puzzel, toneel spelen, spel of andere opdracht.

Hoe kan de opbouw van de kinderwoorddienst er ter plekke uitzien?
1. Welkom, eventueel namenronde, gebed (bijvoorbeeld met het aansteken van een kaars).
2. Intro: je slaat een brug tussen de belevingswereld van de kinderen en het Evangelie.
3. Vertel (bij voorkeur in plaats van voorlezen!) vervolgens zo veel mogelijk het Evangelie!
4. Vertel aan het einde de kernboodschap die je wilt meegeven.
5. Geef een toepassing van de kernboodschap in het dagelijkse leven van de kinderen, bij voorkeur in gesprek met de kinderen (je kunt bijvoorbeeld terugkomen op iets dat je in je intro hebt gezegd).
6. Herhaal nogmaals je kernboodschap.
7. Verwerking van het Evangelie.

Zie de bijlage voor een printvriendelijke versie van dit artikel.

Met dank aan de cursus Vorming en Coaching van Samuel Advies, najaar 2017 te Eindhoven.