Onlangs mocht ik een groep binnen de Kerk begeleiden bij het uitzetten van hun lijn voor de toekomst. Het ging om een groep mensen die binnen de Kerk in diverse projecten met elkaar samenwerken. Vooraf las ik met hen 1 Korintiërs hoofdstuk 12 uit de Bijbel. Daarin wordt een mooi beeld gebruikt, namelijk de Kerk als Lichaam van Christus.

Lichaam van Christus
Te midden van alle fusies in parochies lijken we wel eens te vergeten dat de Kerk, de parochie geen bedrijf is. Organisatie staat niet in de eerste plaats voorop. Natuurlijk is een goede organisatie nodig en kunnen we veel leren van het bedrijfsleven. Maar als we denken dat we op dezelfde manier een parochie kunnen besturen als een supermarkt of bouwbedrijf, dan slaan we de plank volkomen mis! Als “de organisatie de eerste plaats inneemt, neemt de liefde af” zegt paus Franciscus in een dagelijkse homilie van 24 april 2013. We hebben een andere kijk nodig op wat de parochie is. Deze lezing – die ons het beeld voorhoudt van de Kerk als Lichaam van Christus – kan ons hierbij helpen. Hieronder drie punten ter overweging.

Eenheid door Jezus
In de eerste plaats, de eenheid in de parochie komt alleen door God, die we in de christelijke Traditie mogen leren kennen als Vader, Zoon en heilige Geest (dit wordt tot drie keer toe herhaald in de verzen 4 tot en met 6). Hij is het en niemand anders die mensen met diverse achtergronden, nationaliteiten, leeftijden, opleidingen en levenservaringen bij elkaar brengt en houdt. Telkens als we een beroep doen op Jezus, samen bidden en samen de Eucharistie vieren mogen we weten dat Hij de eenheid tussen ons bewerkt.

Medewerkers 640x427pxEen ieder is nodig
Ten tweede, een ieder is nodig. Er valt niemand buiten de boot, dan kan per definitie niet. Ook al zeg je zelf dat je niet meer deel van het Lichaam wilt zijn, dan blijf je dat toch. Net zoals de voet en het oor deel uit blijven maken van het lichaam (zie de verzen 15 en 16). Dat betekent dus ook: een ieder is nodig. Een ieder heeft iets te zeggen. Een ieder heeft iets bij te dragen, en wordt niet afgeschreven als hij of zij niet voldoende winstgevend is. Sterker nog: tot een ieder van ons wil God zijn Woord spreken (vers 7). Bovendien: juist de “zwakkere” schakels in het lichaam zijn onmisbaar en omringen we met de meeste zorg (vers 22 en 23). De vraag is dan ook: stel jij je hiervoor open en lever jij je bijdrage aan de parochiegemeenschap en de wereld om je heen? En kun je blij zijn als mensen heel andere gaven hebben dan jij en deze inzetten voor de parochie? En als je verantwoordelijke bent van een parochiegemeenschap: geef je mensen de ruimte om hun bijdrage te leveren of wil je alles zelf doen en controleren? (vers 14)

Het welzijn van allen
Tot slot: er zijn verschillende gaven en vorming van dienstverlening (verzen 5 en 6 en 11). Wat is het doel hiervan? De lezing is hier duidelijk over, namelijk het welzijn van allen in de parochiegemeenschap (vers 7). Alle gaven en dienstverlening dienen ertoe om de gemeenschap op te bouwen. Het gaat niet om de versterking van mijn eigen ego, maar dat mensen in de parochie door het inzetten van mijn gave opgebouwd worden. Zodat de parochie ook haar missie – de liefde van God zichtbaar maken in de wereld om haar heen – beter kan vervullen. (MS)